“Ik heb al in meerdere sectoren gewerkt en koppelingen getest tussen veel verschillende systemen. Maar nog niet eerder had ik een dergelijke infrastructuur met zulke gevarieerde koppelingen gezien als in dit ziekenhuis. Een Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) koppelt met veel systemen. Met alle diagnostische apparatuur, met de specifieke softwaresystemen van de verschillende medische specialismen, met het lab, met medicijnkasten, met ambulances. Het is gewoon heel divers. Er is een veelgebruikte standaard – HL7 – maar binnen die standaard is er veel variëteit mogelijk. Zo is er bijvoorbeeld veel variatie in de ADT-berichten. Deze berichten bevatten demografische informatie over de patiënt, maar kunnen ook trigger events bevatten zoals opname, ontslag, transfer naar een ander ziekenhuis. Je hebt bovendien niet alleen te maken met koppelingen voor patiëntgegevens. Maar ook met koppelingen voor ordergegevens (gegevens die nodig zijn bij een onderzoekaanvraag), voor resultaatgegevens (het terugkoppelen van de onderzoeksresultaten). En ga zo maar door. Het is niet zo dat als de onderzoekaanvraag goed loopt, je ervan uit kunt gaan dat de resultaten ook wel goed terugkomen. Dat moet allemaal apart worden getest”, vertelt Joost.

Ketentest

Tijdens een ketentest worden veel van de bovenstaande koppelingen achter elkaar getest. De coördinatie van zo’n ketentest is uitdagend, omdat je veel verschillende disciplines bij elkaar moet brengen. Een key-user van de afdeling, een medisch technicus, ontwikkelaars van de koppeling en inrichters van het ziekenhuis. “Elke schakel is noodzakelijk om goed te testen”, zegt Joost. “Je kan je ook voorstellen dat die testen ook niet op gangbare kantooruren kunnen worden uitgevoerd, omdat de apparaten nodig zijn voor de zorg.”

Groot verschil tussen ziekenhuis en bedrijfsleven

Het was voor Joost de eerste keer dat hij betrokken was bij zo’n grote software-implementatie in een ziekenhuis. Als hij daar iets van heeft opgestoken, dan is het wel hoe anders de zorgwereld in elkaar steekt dan het bedrijfsleven. “Een EPD heeft in een ziekenhuis min of meer dezelfde functie als een ERP-systeem in een bedrijf. De complexiteit is alleen zo ontzettend veel groter ten opzichte van wat ik eerder heb meegemaakt. Er zijn zoveel meer afdelingen dan in een bedrijf, zoveel meer deelprocessen, zoveel meer koppelingen naar achterliggende systemen. Niet alleen procesmatig, maar ook technisch wijkt het behoorlijk af van wat je in het bedrijfsleven aan koppelingen tegenkomt. Tot slot merk je dat de medewerkers in een ziekenhuis niet de hele dag achter een computer zitten en daardoor minder affiniteit hebben met software. Dat is heel anders in bijvoorbeeld de financiële wereld. Iemand die bij een bank werkt maakt doorgaans vaker een software-implementatie mee. Die weet wat er van hem of haar wordt verwacht als de nieuwe software wordt getest. Voor ziekenhuismedewerkers geldt dat niet. Je moet dus heel goed uitleggen wat iemand moet doen en waarom het zo belangrijk is dat medewerkers vooraf goed testen.”

Iedereen erkent het belang

Gelukkig begrijpen zorgverleners dat belang goed. “In een ziekenhuis hangt er echt veel van af of de koppelingen goed lopen. De snelheid waarmee een onderzoek kan worden aangevraagd en waarmee de gegevens terugkomen in het EPD kan het verschil uitmaken tussen leven of dood. Dat hoef je echt aan niemand uit te leggen. Zorgverleners zijn ontzettend betrokken bij hun werk. Het is daarom een ontzettend toffe sector om als Test Consultant in te werken.”